Eerlijk is eerlijk. Vroeger heb ik behoorlijk wat kattenkwaad uitgehaald, dat steek ik niet onder stoelen of banken! Om sommige dingen kan ik best wel lachen, andere dingen zou ik verschrikkelijk vinden als mijn kinderen dit zouden uithalen. Door terug te kijken naar hoe ikzelf vroeger was, herinner ik me weer hoe het was om kind te zijn en waarom we niet altijd zo overdreven moeten reageren als onze kinderen weer eens iets uithalen.
Doe dan, dat durf je niet!
Hahaha, ja dit is wel één van mijn favorieten. Als er iemand tegen mij zei: “Doe dan, dat durf je niet” werd ik zowat witheet en moest en zou ik bewijzen dat ik het wel durfde. Mijn vader had vroeger een eigen bedrijf met de nodige bedrijfsspullen. “Doe dan Suzan, fiets dan tegen de bus van papa aan, dat durf je niet”. Oh ik zal eens laten zien wat ik allemaal durf! Ik stapte op mijn fietsje en zorgde ervoor dat er een redelijke afstand zat tussen mij en de witte werk bus van mijn vader. Ik stapte op mijn fiets met een knalrood hoofd. “Wat denken ze nou? Dat ik dit niet durf?” Ik begon te fietsen, zo hard mogelijk en de bus kwam steeds dichterbij. BOEM! Daar zat een mooie deuk in de werkbus van mijn vader. Graag gedaan paps!
Niks te hoog en niks was te gevaarlijk!
Vroeger klom ik graag in de hoogste bomen en op het dak van de schuur. Hoe hoger, hoe beter. Hiermee bezorgde ik behoorlijk vaak mijn moeder de stuipen op het lijf. Ik kan het me niet meer goed herinneren of dat mijn moeder echt zo schrok toen ik bovenin die boom vrolijk “Mamaaaaa, kijk eens!” riep of dat ik dit achteraf denk. Ik durf het niet meer met zekerheid te zeggen. Wel weet ik dat mijn moeder best vaak zei: “Ik krijg een hartverzakking van jullie”
Het is trouwens weleens een keer gebeurd dat ik uit een lullig klimrekje viel en ik mijn schouder op drie plekken had gebroken. Dat had ik nou nooit als ik van het dak van de schuur afsprong en die schuur was geen klein lullig schuurtje maar was net zo hoog als ons huis! Bummer!
Slaan, bijten en schoppen
Ja ik was een rotkind, vooral op de basisschool. Ik trapje graag de jongetjes in hun ballen. Mijn broer vertelde me eens dat dat behoorlijk veel pijn doet. Dus wanneer me iets niet beviel, trapte ik ze gewoon in hun kruis. Ook durfde ik een ander kind best een platte hand in het gezicht te geven. Bij ons thuis werd er vaak om gelachen dus was ik natuurlijk megatrots als ik weer eens iemand had bijgewerkt. Ik had een keer een klasgenootje in z’n arm gebeten, hij schopte mij op mijn knie. Ik kreeg het voor elkaar om drie weken mank te lopen zonder dat ik ergens last van had. Er werden zelfs foto’s gemaakt van mijn knie. “Ons Suuske is een lieve meid, die bijt niet.” Ja, ik was echt een schat van een kind. Dus mocht iemand nog steeds geloven dat ik toen mank was, dit was een leugen… Manipuleren, dat was één van mijn beste skills!
Snoep stelen
Vroeger hadden wij een kast vol met snoepgoed. Nee, daar lagen niet twee soorten lekkers in maar wel twintig! Bijna elke nacht ging ik naar beneden met mijn zaklampje om van elk soort lekkers één stuks te pakken. Dat verstopte ik allemaal op mijn slaapkamer. Inmiddels had ik een behoorlijke voorraad opgebouwd, dus zodra ik iets lekkers zag op televisie, zat ik lekker in mijn eten van mijn gestolen snoepjes of chocolaatjes te smikkelen.
Onze waakhonden
Wij hadden best veel honden vroeger, zo ook twee enorme waakhonden. Dit waren Mastino’s. Harstikke lieve honden voor bekenden, maar vreemde mensen vonden ze iets minder leuk. Bij ons in de tuin stond een lantaarnpaal van de gemeente. Er stonden twee vreemde mannen in de tuin. Ik dacht dat het stoute mannen waren! Deze mannen waren de lantaarnpaal aan het schilderen. Ik haalde onze waakhonden uit hun kennel en liet ze los. Die mannen wisten niet hoe snel ze terug over het hek moesten klimmen. Ik durf niet te zeggen of ze die lantaarnpaal nog af hebben geschilderd. Volgens mij niet…
Appels en peren jatten
Vroeger hadden wij een heel mooi huis. Deze was wit en mijn vader had van een klein huisje een supergroot huis gemaakt. Dit huis stond niet in het dorp maar een paar kilometer verder. Achter ons huis was een boomgaard en naast ons huis een stuk land waar maïs op werd geteeld. Soldaatje spelen in de boomgaard was superleuk! Appels en peren jatten nog veel leuker. Dit deed ik vaak met mijn oudere broer en zus. Mijn zus en ik zijn zelfs een keer betrapt. Die boer was niet zo blij met ons en kwam achter ons aangerend. We waren niet snel genoeg. “Janken Suus” zei me zus. Dus kwam ik weer met mijn schattige hoofd en mijn witte haren “We zullen het nooooit meer doen”. Mijn zus zei “Nee, echt nooit meer!”.
Vervolgens kwam diezelfde boer dezelfde avond naar ons huis. Hij vertelde tegen mijn vader dat hij het niet erg vond dat we in de boomgaard speelden, als we de appels en peren maar lieten hangen. Hij zei “Het is echt niet erg als ze spelen maar ze halen g*dverdomme de mooiste appels en peren er tussen uit”. M’n vader moest lachen en zei “Ik zal wel zeggen dat het niet meer mag”. Vervolgens kwam mijn vader binnen en kwam hij niet meer bij van het lachen. “Goed gedaan meiden! De grootste peren zijn het lekkerst”. Nou, je raad al wat er de week daarna gebeurde? Weer precies hetzelfde..
Steppen langs de weg
Mijn zus en ik hadden allebei een step. Zo’n stepje waar je behoorlijk veel vaart mee kan maken. Wij hadden het motto: hoe gevaarlijker, hoe leuker! Wij hadden een leuk spelletje bedacht. We woonden langs een weg waar je 80 mocht. Af en toe mochten we wel eens op het fietspad steppen naast de weg. Dat ging sneller en daar konden we langer steppen. We hadden een bepaald punt waar we maximaal naartoe mochten steppen. Maja, je kunt je voorstellen dat we daar best wel ‘’schijt’’ aan hadden. In de bocht van die 80-weg gingen we kijken of we snel genoeg waren als er een auto aankwam om naar de overkant te crossen op onze stepjes. Gelukkig is het altijd goed gegaan…
Als ik dit zo teruglees en eraan denk dat mijn jongens dit
soort streken zouden uithalen, ben ik nog heel bang voor wat me allemaal te
wachten staat. Aan de andere kant is het ook leuk om weer terug te denken aan
de dingen die je vroeger uitspookte als kind. Het herinnert me hoe leuk het was
om je eigen grenzen te ontdekken. Al ga ik die grenzen wel op tijd aangeven bij
mijn kids
Hebben jullie vroeger veel streken uitgehaald waarvan je nu denk: neee! Dit kan echt niet? Laat het me weten onder het artikel. Ik ben heel benieuwd naar jullie verhalen uit jullie kindertijd! Trouwens, het bovenstaande was nog maar een kleine greep van alle streken die ik samen met mijn broers en zussen heb uitgehaald…
Vind je het leuk wat ik wekelijks deel op KidsFunZone? Volg me dan gelijk even op Facebook en Instagram! Zo ben je altijd op de hoogte van mijn laatste stories als het gaat over mijn niet-perfecte moederschap. Lijkt het je leuk om ook een blog te schrijven? Neem dan contact met me op via: info@kidsfunzone.nl