De peuterpubertijd begint ongeveer bij de leeftijd van 2 jaar. Je maakt kennis met de driftbuien van je peuter en de nee-fase. Bij de nee-fase kent je peuter alleen nog het woord nee, hij lijkt de rest vergeten te zijn. Dit kan ook al eerder beginnen zoals ik bij mijn kind heb ervaren toen hij nog een dreumes was. Hij begon ongeveer met de nee-fase toen hij 15 maanden was. Op het moment dat de peuterpubertijd begint merk je opeens hoe snel jouw kindje zich aan het ontwikkelen is. Ze blijven natuurlijk altijd je kinderen, maar het is best even slikken dat ze niet klein blijven en dat ze veel sneller groot worden dan je beseft! De tijd om op te voeden is aangebroken!
De peuterpubertijd
Elke moeder die trots met haar pasgeboren baby aan pronken is, gaat het zeker te horen krijgen: “Wacht maar tot ze twee zijn! Dan krijg je de nee-fase. Nu zijn ze nog leuk, wacht maar als ze groter worden“. Allemaal hele fijne en geruststellende uitspraken (niet dus ). Gelukkig heeft een peuter niet voor niks deze fase en heeft deze fase wel degelijk nut. Hoe vervelend deze fase ook is, wij als ouders moeten er wel op de juiste manier mee omgaan. Het moment dat je kind start met de peuterpubertijd is dé eerste stap naar zelfstandigheid. Doordat een peuter merkt dat hij een eigen mening heeft en hij nee kan zeggen op dingen, leert hij dat hij zelf een eigen willetje heeft en dat hij zelf een uniek persoon is. Je peuter is bezig met zijn eigen identiteit te ontdekken.
Tien handige tips bij een peuterdriftbui
Elk kind is natuurlijk anders en er is helaas voor de peuterpubertijd ook geen handleiding die voor elk kind telt. Wel hebben we 10 handige tips voor jou als moeder op een rijtje gezet. De meeste tips werken goed bij mijn puberende peuter en die kan er wat van!
1. Leid je peuter af
Dit werkt vooral prima als je peuter pas begint met de peuterpubertijd. Als je kind last krijgt van een woede aanval of je kind gaat met iets gooien, probeer hem dan af te leiden met zijn favoriete speelgoed of knuffel. Hij of zij zal al snel vergeten waar hij of zij eigenlijk die woede voor voelde.
2. Sluit de nee-fase uit
Zit je peuter in de nee-fase, dan zal je kind het woord nee zoveel mogelijk gebruiken. Hij/zij zal het woord “nee” zelfs gebruiken als er eigenlijk “ja” bedoeld wordt. In plaats van vragen te stellen waar je kind ja of nee op kan antwoorden, kan je het ook over een andere boeg gooien. Bijvoorbeeld: “Wat wil jij vandaag doen, buiten gaan wandelen of in de tuin spelen?“.
3. Geef je peuter verantwoordelijkheid
Door je peuter verantwoordelijkheid te geven zal hij/zij zich zelfverzekerd gaan voelen. Geef hem of haar af en toe de vrijheid die hij of zij graag wil, moedig hem/haar aan als hij of zij dingen zelfstandig doet of jou ergens bij helpt. Mijn kind klapt voor zichzelf als hij iets goeds heeft gedaan. Bijvoorbeeld: hij gooit iets in de vuilbak, dan roep ik: “Goed gedaan vriendje!”. Hij gaat heel hard lachen en klapt in zijn handjes.
4. Grenzen stellen bij je peuter
Je moet als ouders goed bepalen wat jullie regels zijn en waar jullie grenzen liggen. Het is belangrijk dat beide ouders hier op één lijn zitten. Het is voor een kind heel belangrijk dat beide ouders dezelfde grenzen stellen en dezelfde regels hanteren. Wees consequent in jullie grenzen en de opgestelde regels. Op deze manier weet jouw puberende peuter altijd waar hij of zij aan toe is. Voor een peuter zijn grenzen en regels ook een stukje veiligheid. En grenzen zijn noodzakelijk in de peuterpubertijd
5. Positief gedrag moet beloond worden
Als ik mijn kind beloon wordt hij daar oprecht heel blij van. Ik zeg dan tegen hem: “Dat heb jij goed gedaan”, hier wordt hij erg enthousiast van. Zeg bijvoorbeeld heel blij: “Mama is zo trots op jou”, dan zie je zijn oogjes glinsteren. Vergeet daarom nooit je kind af en toe eens te belonen. Niet alleen wanneer hij of zij echt iets goed doet maar ook als hij of zij al een halfuur lief aan het spelen is.
6. Bespreek ongewenst gedrag samen
Wijs je kind na een driftbui altijd op zijn gedrag. Tijdens de driftbui heeft dit geen nut, doe je dit wel wordt de driftbui alleen maar erger. Ik spreek uit ervaring en het kan de driftbui nog wel 10 keer erger maken. Leg uit wat je kind deed en hoe jij je daar bij voelde bijvoorbeeld: “Jij was echt boos net hé? Dat vond mama helemaal niet leuk”. Laat alleen blijken dat zijn of haar gedrag niet correct was en niet dat je hem/haar als persoon afkeurt. Zeg bijvoorbeeld niet: “Mama vond jou helemaal niet leuk toen jij boos was!”. Dit zal op lange termijn zorgen voor onzekerheid bij je kind.
7. Neem de gevoelens van je kind serieus
Probeer rekening te houden met de situatie die zich afspeelde voordat er een driftbui op kwam zetten. Lukte het niet om blokken op elkaar te stapelen zoals je peuter wilde en werd je peuter daar ontzettend boos over zeg dan bijvoorbeeld: “Dat is niet leuk voor jou hè, dat het niet lukte met de blokken, maar mama vond het niet leuk dat jij daarna met de blokken ging gooien”. Laat je peuter weten dat je weet hoe jij je voelt, maar ook dat je snapt hoe je peuter zich voelt.
8. Let goed op jouw eigen lichaamstaal
Let er goed op dat je niet gaat lachen wanneer je iets afkeurt. Ik weet het, dat is op sommige momenten echt moeilijk maar wel heel belangrijk! Het is verwarrend voor een kind op het moment wanneer iets afgekeurd wordt en er tegelijkertijd om gelachen wordt. Het kind weet het verschil niet meer of je nu blij of boos bent om wat het kind heeft gedaan.
9. Las een time-out voor je peuter in
Als de driftbui echt uit de hand loopt en je kunt niet meer in contact komen met je kind, zet je kind dan even apart. Je kun je kind dan bijvoorbeeld even op de gang zetten. Op deze manier haal je jouw kind uit deze driftbui en kan je jouw kind helpen om weer te kalmeren. Geef je jouw peuter een time-out blijf dan zelf altijd rustig.
TIP: gebruik de slaapkamer of het bed nooit voor een time-out of een straf. De slaapkamer moet een veilige plek blijven om te slapen en mag niet met straf geassocieerd worden.
10. Een vast routine met een goede structuur
Dit is een belangrijk onderdeel voor alle kinderen, ook als ze niet in de peuterpubertijd zitten. Zorg voor vaste eet, slaap en speeltijden. Je kind weet waar hij of zij aan toe is en dit ritme is vertrouwd. Door dit vertrouwde ritme voelt je kind zich veilig. Een vaste routine biedt veel houvast in het dagelijks leven voor een kind.
Dit waren onze beste tips! Ik ervaar zelf dat routine en een goede structuur erg veel helpt. Zelf rustig blijven is ook altijd belangrijk. Het is voor een kind al lastig genoeg om te ontdekken dat hij zelf een eigen wezentje is en anders is dan de ouders. Gun je kind zich de tijd om zich te ontwikkelen. Hij leert de wereld kennen en wilt natuurlijk jouw en zijn eigen grenzen uittesten. Lukt het even niet meer om hier goed mee om te gaan en krijg je agressieve gevoelens? Praat er dan met iemand over. Praat bijvoorbeeld met de jeugdverpleegkundige of iemand anders. Elke moeder weet hoe lastig dit soms kan zijn. Je bent ook zeker geen slechte ouder als je kind last heeft van driftbuien. Dit is niet beïnvloedbaar. Het is alleen beïnvloedbaar hoe wij als ouders daarmee om gaan.
Hoe heb jij de nee-fase en de peuterpubertijd ervaren? Laat een reactie onder het artikel. Vergeet ons niet te volgen op Facebook & Instagram